De geschiedenis van Ossenzijl (2)
07 februari 2021 
7 min. leestijd

De geschiedenis van Ossenzijl (2)

Over Ossenzijl

Ossenzijl is een dorp in de gemeente Steenwijkerland in de provincie Overijssel. Het heeft ongeveer 500 inwoners. Waarschijnlijk dankt het dorp zijn naam aan de familie Osse, die een sluis beheerde (Zijl). Tegenwoordig is deze sluis niet meer in gebruik.

De ligging​
Ossenzijl, een dorp met circa 225 huizen en circa 500 inwoners ligt in de Kop van Overijssel aan de Kalenbergergracht, die de Weerribben en Kalenberg via de Linde met de Friese meren verbindt. Tot en met 1972 hoorde Ossenzijl tot de gemeente Oldemarkt; in 1973 werd dat door samenvoeging, de gemeente IJsselham en sinds 2001 is Ossenzijl een dorp in de gemeente Steenwijkerland.

De naam (theorie 1)
De naam Ossenzijl zou van Ossies Siel kunnen komen. In het lage land van de kop van Overijssel moet het waterpeil kunstmatig laag worden gehouden tegen overstroming. Het verhaal gaat dat begin 15e eeuw de familie Osse daarom hier in de dijk een ‘kleine sile’, een kleine uitwateringssluis heeft gebouwd. Rond 1800 is deze sluis geschikt gemaakt voor grotere schepen. Dit is van oudsher het centrum van het dorp en alle bedrijvigheid. Hier werd tol geheven en was de aanlegplaats voor schepen, hier stonden café Prins (nu Kolkzicht) en het café & logement annex winkeltje van Stuitje.

De naam (theorie 2)
De naam Ossenzijl is vrijwel zeker niet ontleend aan de familienaam Osse. Hendrikus Kooij (1822-1921), tot op hoge leeftijd als ambtenaar werkzaam op het gemeentehuis, schreef in 1910 dat daarvoor geen bewijzen zijn gevonden. Hij kon het weten want hij heeft veel oude akten overgeschreven. De naam Osse duikt vanuit Steenwijk en Steenwijkerwold pas laat op in Oldemarkt en omstreken.
Trouwboek Oldemarkt 29 januari 1729: weduwnaar Hendrik Klaassens Osse, van Steenwijkerwold, trouwt met Lutje Geerts uit Paasloo. Kinderen van Osse werden pas vanaf 1752 in de RK-statie Steenwijkerwold gedoopt, daarvoor in Steenwijk. Later raakt de familie Osse verwant aan de invloedrijke RK-families Tulleners en Muurlink in Oldemarkt.
De Ossenzijl, dus louter als
aanduiding van een zijl ofwel sluis wordt pas met zekerheid midden zestiende eeuw aangetroffen in de geschriften. Als naam voor het gehucht komt Ossenzijl, net als Kalenberg, pas voor in de zeventiende eeuw, stellig verband houdende met de natte vervening.

In een tekst van 25 mei 1313 wordt de oude waternaam Ozedsgroep of Oyensgrope vermeld, een naam die niet elders voorkomt en daardoor moeilijk is te lokaliseren, vermoedelijk in het kerspel IJsselham.
Oyed geldt als nevenvorm van de persoonsnaam Oede, Oeds, Oetse, (H)otze. Dan kan Ossenzijl een verbastering zijn van Oedseszyle.
Wanneer er in 1564 plannen zijn om de Arenbergergracht vanaf Muggenbeet naar het noorden door te t
rekken, vormt de Zuidwendedijk ‘daer die Ossenzyll’ in ligt een belemmering. Er zijn serieuze plannen voor een overtocht met windas, dus een overtoom met een lier, om schepen van de Oudeweg in de Ossenzijlersloot te trekken. Aan de werkzaamheden zullen meedoen mannen uit Giethoorn, Muggenbeet, Steenwijkerwold, Paasloo, IJsselham, Blankenham – niet uit Ossenzijl: dat bestond nog niet als gehucht, louter als zijl (de Ossenzijl).

De familie Osse
Het is onbekend waar deze familie vandaan kwam, maar de familie Osse bezat tot in de 20ste eeuw veel onroerend goed aan weerszijden van rivier de Linde. Van latere nazaten zijn wel sporen terug te vinden in onder meer Paasloo en Oldemarkt.

Foto: Kleine grafsteen met ossenkop

De sluis
Door de sluis en de brug gingen vooral schepen met turf en riet en verder beurtschepen naar plaatsen als Kuinre, Leeuwarden, Heerenveen, Steenwijk, Oldemarkt en Blokzijl. Het hele jaar door voeren er ‘zandjagers’: schepen met zand en grind. Hoewel Ossenzijl maar klein was (in 1840 telde men 63 huizen met 281 inwoners), was er bij de sluis en de brug altijd wat te doen. De cafés deden goede zaken. Er ontstonden bedrijfjes en aanlegplaatsen waar aan de Motorkade de Minor en de Major lagen, de twee beurtscheepjes waarmee de familie Joontjes in de eerste helft van de vorige eeuw het dagelijkse vervoer verzorgde van personen, goederen en nieuwtjes naar onder meer Steenwijk en Blokzijl. Het beurtschip Minor van Joontjes was zo lang onderweg van Ossenzijl via Wetering naar Steenwijk, dat een handige breister een paar sokken tijdens deze tocht kon breien.

Jarenlang werden de sluis en brug door het Kerspel IJsselham (dus niet door de fam. Osse) verpacht en bracht een aanzienlijk deel van de inkomsten die het Kerspel nodig had om zijn taken uit te voeren op. In 1926 werd de sluis verkocht aan de provincie. Twee jaar later ging de sloopkogel door de sluis, nadat de functie door nieuwe waterwerken in de Linde was weggevallen. Daarmee verdween de oorspronkelijke bestaansreden van het dorp. Er kwam een nieuwe brug en de muren van de kolk werden opnieuw gemetseld.
In 1931 werd het laatste stukje kade dat per ongeluk niet was overgedragen aan de provincie, alsnog voor
één gulden verkocht.

Bij Ossenzijl MijnVakantiehuisJouwVakantiehuis.nl

De brug

Over de schrijver
Reactie plaatsen