De geschiedenis van Ossenzijl (2)
Over Ossenzijl
Ossenzijl is een dorp in de gemeente Steenwijkerland in de provincie Overijssel. Het heeft ongeveer 500 inwoners. Waarschijnlijk dankt het dorp zijn naam aan de familie Osse, die een sluis beheerde (Zijl). Tegenwoordig is deze sluis niet meer in gebruik.
Ossenzijl, een dorp met circa 225 huizen en circa 500 inwoners ligt in de Kop van Overijssel aan de Kalenbergergracht, die de Weerribben en Kalenberg via de Linde met de Friese meren verbindt. Tot en met 1972 hoorde Ossenzijl tot de gemeente Oldemarkt; in 1973 werd dat door samenvoeging, de gemeente IJsselham en sinds 2001 is Ossenzijl een dorp in de gemeente Steenwijkerland.
De naam (theorie 1)
De naam Ossenzijl zou van Ossies Siel kunnen komen. In het lage land van de kop van Overijssel moet het waterpeil kunstmatig laag worden gehouden tegen overstroming. Het verhaal gaat dat begin 15e eeuw de familie Osse daarom hier in de dijk een ‘kleine sile’, een kleine uitwateringssluis heeft gebouwd. Rond 1800 is deze sluis geschikt gemaakt voor grotere schepen. Dit is van oudsher het centrum van het dorp en alle bedrijvigheid. Hier werd tol geheven en was de aanlegplaats voor schepen, hier stonden café Prins (nu Kolkzicht) en het café & logement annex winkeltje van Stuitje.
De naam (theorie 2)
De naam Ossenzijl is vrijwel zeker niet ontleend aan de familienaam Osse. Hendrikus Kooij (1822-1921), tot op hoge leeftijd als ambtenaar werkzaam op het gemeentehuis, schreef in 1910 dat daarvoor geen bewijzen zijn gevonden. Hij kon het weten want hij heeft veel oude akten overgeschreven. De naam Osse duikt vanuit Steenwijk en Steenwijkerwold pas laat op in Oldemarkt en omstreken.
Trouwboek Oldemarkt 29 januari 1729: weduwnaar Hendrik Klaassens Osse, van Steenwijkerwold, trouwt met Lutje Geerts uit Paasloo. Kinderen van Osse werden pas vanaf 1752 in de RK-statie Steenwijkerwold gedoopt, daarvoor in Steenwijk. Later raakt de familie Osse verwant aan de invloedrijke RK-families Tulleners en Muurlink in Oldemarkt.
De Ossenzijl, dus louter als aanduiding van een zijl ofwel sluis wordt pas met zekerheid midden zestiende eeuw aangetroffen in de geschriften. Als naam voor het gehucht komt Ossenzijl, net als Kalenberg, pas voor in de zeventiende eeuw, stellig verband houdende met de natte vervening.
In een tekst van 25 mei 1313 wordt de oude waternaam Ozedsgroep of Oyensgrope vermeld, een naam die niet elders voorkomt en daardoor moeilijk is te lokaliseren, vermoedelijk in het kerspel IJsselham.
Oyed geldt als nevenvorm van de persoonsnaam Oede, Oeds, Oetse, (H)otze. Dan kan Ossenzijl een verbastering zijn van Oedseszyle.
Wanneer er in 1564 plannen zijn om de Arenbergergracht vanaf Muggenbeet naar het noorden door te trekken, vormt de Zuidwendedijk ‘daer die Ossenzyll’ in ligt een belemmering. Er zijn serieuze plannen voor een overtocht met windas, dus een overtoom met een lier, om schepen van de Oudeweg in de Ossenzijlersloot te trekken. Aan de werkzaamheden zullen meedoen mannen uit Giethoorn, Muggenbeet, Steenwijkerwold, Paasloo, IJsselham, Blankenham – niet uit Ossenzijl: dat bestond nog niet als gehucht, louter als zijl (de Ossenzijl).
De familie Osse
Het is onbekend waar deze familie vandaan kwam, maar de familie Osse bezat tot in de 20ste eeuw veel onroerend goed aan weerszijden van rivier de Linde. Van latere nazaten zijn wel sporen terug te vinden in onder meer Paasloo en Oldemarkt.
Foto: Kleine grafsteen met ossenkop
De sluis
Door de sluis en de brug gingen vooral schepen met turf en riet en verder beurtschepen naar plaatsen als Kuinre, Leeuwarden, Heerenveen, Steenwijk, Oldemarkt en Blokzijl. Het hele jaar door voeren er ‘zandjagers’: schepen met zand en grind. Hoewel Ossenzijl maar klein was (in 1840 telde men 63 huizen met 281 inwoners), was er bij de sluis en de brug altijd wat te doen. De cafés deden goede zaken. Er ontstonden bedrijfjes en aanlegplaatsen waar aan de Motorkade de Minor en de Major lagen, de twee beurtscheepjes waarmee de familie Joontjes in de eerste helft van de vorige eeuw het dagelijkse vervoer verzorgde van personen, goederen en nieuwtjes naar onder meer Steenwijk en Blokzijl. Het beurtschip Minor van Joontjes was zo lang onderweg van Ossenzijl via Wetering naar Steenwijk, dat een handige breister een paar sokken tijdens deze tocht kon breien.
Jarenlang werden de sluis en brug door het Kerspel IJsselham (dus niet door de fam. Osse) verpacht en bracht een aanzienlijk deel van de inkomsten die het Kerspel nodig had om zijn taken uit te voeren op. In 1926 werd de sluis verkocht aan de provincie. Twee jaar later ging de sloopkogel door de sluis, nadat de functie door nieuwe waterwerken in de Linde was weggevallen. Daarmee verdween de oorspronkelijke bestaansreden van het dorp. Er kwam een nieuwe brug en de muren van de kolk werden opnieuw gemetseld.
In 1931 werd het laatste stukje kade dat per ongeluk niet was overgedragen aan de provincie, alsnog voor één gulden verkocht.
De brug
Het geestelijk leven
In 1861 worden broeder Dirk de Gilde en zijn echtgenote Maria H. Hooms uitgezonden naar Noordwest Overijsel om daar in de dorpen en buurtschappen het evangelie te brengen. Omdat de verkondiging van het evangelie niet gebonden was aan een kerk of richting, werd dit ‘vrije zending’ genoemd. In 1863 is de lokale Vrije Zendings Gemeente ontstaan. In de toenmalige boerderij van Koendert Zijlstra, wordt in dit dorp voor het eerst het evangelie gebracht. Daar is in 1863 de Vrije Zendingsgemeente begonnen. Daarachter staat nu hun kerkgebouw dat in 1918 in gebruik werd genomen. De eerste jaren worden de diensten gehouden in een houten kerkje. Het huidige kerkgebouw is in 1918 gerealiseerd. De Vrije Zendings Gemeente heeft iedere zondag dienst om 10.00 uur in het gebouw aan de Hoofdstraat 10.
In 1878 wordt er een ‘lokaal’ gerealiseerd aan de Oudeweg, langs de doorgaande vaarverbinding tussen Friesland en de Kop van Overijssel. Hulpprediker dhr. Willemsen gaf hier ook voorheen al godsdienstonderwijs, in de woning van Jan Doeven. In 1962 komt er een einde aan het gebruik van het ‘lokaal’ wanneer de hervormde kerk aan de G. B. Kooystraat in gebruik wordt genomen. Deze toen moderne kerk bood plaats aan ruim 250 personen. Inmiddels heeft de kerk in 2014 haar deuren gesloten. De belangstelling voor de diensten was sterk afgenomen, en de kosten voor onderhoud en verwarming waren te hoog geworden.
De monumenten
Ossenzijl heeft één Rijksmonument: het pand uit 1918 van de Vrije Zendings Gemeente (Hoofdstraat 10). Het is beschermd vanwege het aanwezige midden 18e-eeuwse eenklaviersorgel van vooralsnog onbekende herkomst.
Ossenzijl heeft daarnaast één gemeentelijk monument, de kleine begraafplaats aan Lageweg 19.
Een speciale vermelding voor de paaltjasker bij Hoogeweg 27, die uit 1977 dateert en in 2013 is gerestaureerd. Het molentje wordt gebruikt om ’s zomers het achterliggende rietland in de Weerribben van water te voorzien.
Het toerisme
Rond 1960 ging het minder in het riet. Veel percelen met een wat mindere kwaliteit riet werden niet meer gepacht en rietbedrijven stopten. Gelukkig was er een geïnteresseerde: Staatsbosbeheer. Deze kon het rietland voor minder geld verpachten dan het Kerspel IJsselham nodig had, omdat Staatsbosbeheer geen commerciële doelen nastreefde. Eerst werden er alleen onrendabele percelen verkocht, maar in 1970 werd de historische beslissing genomen om al het rietland te verkopen, waardoor Staatsbosbeheer het natuurgebied De Weerribben enorm kon uitbreiden en aanvulde met het buitencentrum Weerribben. Dat is nu hét startpunt voor een vaartocht met overdekte rondvaartboot, fluisterboot of kano in Nationaal Park Weerribben-Wieden. Of voor een wandel- of fietstocht. Binnen is een toeristisch informatiepunt over het natuurgebied.
In het dorp zelf zijn vier aanlegmogelijkheden voor passanten met een bootje of jacht; drie kades en een jachthaven. Aan vrijwel de gehele westoever van de Kalenbergergracht kun je op bepaalde plekken afmeren. Oostelijk van de brug kun je afmeren aan de zuidoever van het Kanaal Steenwijk-Ossenzijl. Hier lig je wat rustiger dan aan de Kalenbergergracht. Ook de oostelijke oever van de Ossenzijlersloot is ingericht voor varende passanten.
Met de komst van het vakantiepark Waterstaete met bijna zestig recreatievilla’s kreeg Ossenzijl een toeristische impuls.
Het verkeer
Door Ossenzijl loopt de Hoofdstraat, tussen het verlengde van de Lageweg vanuit Kuinre en de Ossenzijlerweg richting Oldemarkt. Vroeger voldeed die weg meer dan tegenwoordig, getuige deze archieftekst:
‘In 1927 was van autoverkeer nog bijna geen sprake. De eerste auto reed in Ossenzijl in 1912 en werd bestuurd door de notaris van Oldemarkt. ’s Nachts was het hier donker – er was nog geen straatverlichting. Tot 1925 bestond de straatverlichting in de Hoofdstraat uit 4 olielampen. Toen kwam het elektrische licht.’
Voor het huidige verkeer is de weg erg smal en men heeft een methode bedacht om zowel de fietsers, voetgangers, auto’s, trekkers, vrachtwagens en bussen zo veilig mogelijk door de straat te krijgen. Er is nu één rijbaan met aan beide zijden een licht verhoogd en gekleurd gedeelte voor de fietsers en voetgangers. Om elkaar te passeren kunnen de voertuigen gebruik maken van de verhoogde gedeelten.
In de vakantieperiode kan het erg druk zijn met bootjes waardoor de brug in de Hoofdstraat soms meer open dan dicht is. Om problemen te voorkomen wordt het auto- en motorverkeer voor het dorp met een verkeerslicht opgevangen en dan eerst van de ene en dan van de andere kant door het dorp gelaten.
De school en het dorpshuis
De oudste school in Ossenzijl was een openbare school die in de 19e eeuw is opgericht. De Historische Vereniging IJsselham heeft nog een klassenfoto van 1924. Kindcentrum Eben Haëzer biedt basisonderwijs, buitenschoolse opvang en kinderopvang onder één dak.
In het begin van de jaren zestig van de vorige eeuw, kwam er een nieuw dorpshuis. De naam ‘De Slinger’ werd ontleend aan de ‘Broekslinger’. Vroeger was ’t Broek een gezamenlijke weide waar diverse boeren hun vee op konden laten grazen. Er was één ingang met een hek ervoor en die ingang werd de ‘Broekslinger’ genoemd. In 2016 maakte de renovatie van ‘De Slinger’ een transparant, efficiënt en verduurzaamd gebouw. De vloeren op de begane grond zijn allemaal op dezelfde hoogte gebracht. Verder is het dorpshuis voor meerdere doeleinden geschikt gemaakt voor gelijktijdig en multifunctioneel gebruik.
Met dank aan de Historische Vereniging IJsselham
Het artikel is overgenomen van Ossenzijl.com